Het weekend naderde en de weersvoorspellingen werden, na veel te natte weken, steeds beter. Dus op zoek naar een hotelbedje voor de zaterdagnacht om er even uit te zijn. We waren natuurlijk niet de enigen. De spoeling was dun, de normale kamers al bezet en de prijzen kwamen uit tussen € 175 en €300.
Dat kunnen we ons best veroorloven, maar als kinderen van de jaren vijftig, de jaren van wederopbouw en bestedingsbeperking, leerden we dat dubbeltjes omgedraaid moesten worden. Dat blijft in je systeem zitten. Dus idee laten varen.
Op vrijdag toch een nieuwe poging, tot op de site van de Fletcher Hotels toe. En plotseling vnd ik een last minute in Lhee bij Dwingeloo. Zo betaalbaar dat we ons zelfs een iets luxere kamer veroorloofden en die € 138 ook meteen betaalden.
Zaterdag vol goede moed vroeg naar het station. Die moed zakte snel in de schoenen. Er stonden al heel wat bepakte fietsers op het perron. Er arriveerde een enkel treinstel uit de eerste generatie van de dubbeldekkers. En daar zit maar een plek voor drie fietsers in. Die zat onmiddellijk vol. Dat kwam ook omdat door werkzaamheden er geen directe treinen richting Utrecht reden. Reizigers in die richting moesten eerst mee naar Leiden.
Gekozen om met een sprinter naar Leiden te gaan en daar verder te zien. Dat pakte goed uit. Want op Leiden kwam er een extra lange intercity binnen (die we ook hadden kunnen nemen als we in Den Haag hadden gewacht) met nog alle plek voor fietsers voorin.
We waren al, strategisch, in gesprek met een jonge conducteur die ook met die trein mee moest. Tenslotte maakt persoonlijk contact het moeilijker om streng te blijven. Had bij deze man trouwens niet geholpen.
Hoe dan ook, we stapten samen met hem in. Hoewel er nog wel een fiets bij had gekund, bleef hij heel streng en weigerde op de volgende stations aanstormende fietsers de toegang omdat het al vol zat. Zo kwamen wij in Zwolle, waar we het fietsen aanvingen. Aan de andere kant van het station want de lift aan de stadskant was kapot.
De tocht was heerlijk en ging redelijk voorspoedig, maar het werd wel wat later. Dat maakte ons niet uit, want we hadden de kamer toch al betaald, dus die was voor ons. Zo genoten we van een bijna verlaten Dwingelderveld.
Aan de receptie stond een jonge dame die het vak nog moest leren. (En het volgens mij nooit zal leren). Ze kon geen De Jong vinden. Na gezucht en hulp van een ander vond ze toch een De Jong. Gaf mij de sleutel en zei dat ik nog €122 voor de kamer moest betalen. Gelukkig kon ik de mail met de betaalbevestiging laten zien. Werd van alles geroepen over hoe dat zou kunnen, maar een collega zei dat het wel goed zou komen als ’s nachts de computer zouden worden bijgewerkt. Dus wij, met onze tassen een trap op om in een kleine kamer te komen. Pas toen keek ik in de app terug naar het bedrag van de afschrijving op de bank. Dus alles terug in de tassen en de trap weer af.
Toen ging er een mevrouw met meer ervaring kijken. Die werd boos en begon te mopperen op al die jonge collega’s die er een potje van maakten. De kamer die wij nu hadden gekregen was voor een andere De Jong. Toen pas zag ik dat op mijn kaartje ‘Frederik de Jong’ stond. Onze ruime kamer met een eigen tuinterras was aan een andere familie De Jong gegeven. En die waren niet aanwezig in de kamer, dus ruilen werd moeilijk. En er was geen andere kamer meer vrij. Het werd later, ik wilde nog douchen en een beetje tijdig eten, dus ik zei dat we dan die goedkope kamer wel zouden accepteren. Met in mijn hoofd dat ik met terugbetaling van het verschil en het aangeboden drankje akkoord wilde gaan. Kreeg de tijd niet want we de ervaren mevrouw was nog steeds ontdaan, hoewel we haar probeerden te sussen, en bood ze ons als compensatie het diner aan. Dus moesten we met de tassen weer die steile trap op.
We hebben, heel netjes, gegeten wat we anders ook gegeten zouden hebben. De twee glaasjes wijn en twee koffies betaalden we met plezier.
De volgende dag weer vroeg op de fiets. En opnieuw over een heel stil Dwingerveld. We besloten voor de wind te fietsen naar Emmen en vandaar de trein naar Zwolle te nemen. Dat ging allemaal goed en we hadden die dag weer een mooie fietstocht.
In Zwolle zagen we weer meer fietsers. En ontdekten we dat de lift nog steeds kapot was. Acht minuten overstaptijd en twee bepakte fietsen een lange trap afdragen, is dan geen sinecure.
De trein naar Den Haag stond er nog wel, maar op de eerste fietsplek stonden twee zwaarbepakte fietsen die alle ruimte innamen en de conducteur wilde verder niet op ons wachten. Aan de andere kant van het perron stond nog de trein naar Rotterdam met een lege fietsplekken. Zo kwamen we in ieder geval dichter bij huis. Na wat zoeken in routeplanners ontdekte ik dat er wel sprinters reden van Gouda tot Den Haag Ypenburg. Dat was de oplossing. Betekende dat we aan de eind van de dag in plaats van vier tien kilometer moesten fietsen om thuis te komen. Het weer werkte, zo laat op de avond, nog steeds mee. Na die bijzondere tocht waren we ruim over elven weer terug op de basis.
En toch blijven we van de NS houden. Ze zouden meer fietsplekken moeten bieden, maar de helft van de problemen wordt toch veroorzaakt door andere reizigers, met maar vaak ook zonder fietsen. Vooral vouwfietsers en fatbikers verdienen wel daarbij een vermelding. Gelukkig scherpt de NS per 1 juli 2024 de voorwaarden aan voor deze ‘fietsers’.
Zo zie je maar wat voor een verhaal een nachtje slapen in Drenthe kan opleveren.