Dat werd het, deze reis naar Albanië en Noord-Macedonië. Ik kwam mezelf weer eens behoorlijk tegen. Toen bleek dat mijn verwachtingen over mijn rol als begeleider niet overeenkwamen met de door de reisdocumentatie gevormde verwachtingen van de deelnemers.
Waar ik dacht te moeten optreden als Nederlandssprekend intermediair tussen de deelnemers en het Macedonische team dat de reis uitvoerde, verwachtten de deelnemers dat ik de reisleider was en de daarbij behorende taken zou uitvoeren.
Achteraf gezien had ik, in plaats van de twee reisorganisaties te willen helpen door een open plaats in de personele bezetting in te vullen, beter moeten luisteren naar de onlustgevoelens die ik in de buikstreek voelde borrelen. In mijn adviespraktijk had ik geleerd om bij twijfel klussen niet te doen. Nu liet ik mij verleiden om toch in te gaan op de vraag.
En toen het verschil in verwachtingen eenmaal bleek, voelde ik mij gevangen in loyaliteit naar de reisorganisaties en vond het moeilijk om dat openlijk te bespreken. In plaats daarvan, en dat is een slechte karaktereigenschap, koos ik voor een wat sarcastische opstelling.
Waarom ik dan toch ging, ondanks grote twijfels?
Die lagen in het grote tijdbeslag, twaalf dagen weg van huis, niet kunnen fietsen, niet verder werken aan eigen projecten. En verder dat ik geen hoge pet op heb van mijn eigen Engels en geen ervaring heb in al de organiserende taken tijdens een reis. En zelf zou ik ook nooit ingetekend hebben op zo’n reis.
Maar voor de intermediaire en bescheiden rol die mij werd voorgelegd voelde ik mij wel geschikt. Verder leek me de kennismaking met Albanië interessant en kon ik met Tirana mijn achtentwintigste Europese Hoofdstad afvinken.
Dus heb ik ‘ja’ gezegd onder de voorwaarde dat de reis voor mij geregeld werd. Ik stam nog uit de tijd dat je met een ingevuld formulier naar een balie ging en geholpen werd. Van al het digitale internetgedoe word ik zenuwachtig en maak dan al snel fouten. Ik was dus ook niet erg in staat om de reizigers te helpen met het afstellen van hun mobiel en het inchecken voor de terugreis. Het kostte me zelf al anderhalf uur om weer een internetverbinding te krijgen.
Eenmaal ja gezegd, voelde ik me verplicht de organisatoren niet in de steek te laten. Zelfs toen ik op internet gepresenteerd werd als ‘oude rot in het vak’ met veel kennis van (logistieke) zaken. Reisbeschrijving. Ik me daartegen een beetje verzet, maar blijkbaar was het niet mogelijk de teksten nog te veranderen. De reisdocumentatie versterkte dat beeld. Voor mij was een paar regels tekst (nu door mij zelf geformuleerd), maar van Klime, de toermanager, voorbereider en organisator van de reis werd, alleen met voornaam, zijn rol als gids vermeld. Opnieuw troostte ik mij met de gedachte dat ik ‘reisbegeleider’ werd genoemd en niet ‘reisleider’. Pas weer thuis heb ik de betekenis van ‘reisbegeleider’ gezocht. Die bleek overeen te komen met wat de groep van mij verwachtte. Dus reisde ik af met enige tegenzin en onrustgevoelens in mijn lijf.
Maar, direct na aankomst bleek de samenwerking met Klime en de uitstekende chauffeur Tomi en mij onmiddellijk te klikken. In de taak- en rolverdeling zoals ik mij die had voorgesteld. De waardering was wederzijds en ik heb toch, op de achtergrond, en niet onmiddellijk zichtbaar, een ondersteunende rol gespeeld.
De samenstelling van de groep leverde nieuwe uitdagingen op. Tenminste één stel had de reisvoorwaarden niet goed gelezen en was conditioneel niet in staat om de wandelingen, soms uitdagend in lengte, steilte en ondergrond, te volbrengen. Klime en ik hebben daarop direct dat ik zou achterblijven zodat Klime met de groep de geplande wandelingen kon maken. Dat had wel het effect dat ik veel miste en minder contact had met de andere reizigers.
Anders dan ik gewend bij fietsgroepsreizen (zowel als deelnemer als in de rol van begeleider) werd er, behalve op de twee vrije dagen, gezamenlijk gegeten. Dat was steeds gezellig en lekker en een mooie gelegenheid voor interessante gesprekken. Maar had ook tot effect dat ik steeds ‘aan’ bleef staan en minder ‘afstands’-momenten had.
Een laatste punt waar ik mezelf tegen kwam, was dat mijn jarenlange ervaring in het werken met groepen niet steeds aansloot op de behoeften van een groep vakantiereizigers. In mijn professionele groepswerk ondersteunde ik groepen in veranderings- en ontwikkelingsprocessen. Dat geeft een andere dynamiek in rol en verantwoordelijkheid als adviseur en opleider. Mijn daarin opgebouwde natuurlijk gedrag zat me nu soms in de weg.
Het lag allemaal niet aan de groep, want die bestond uit aardige en interessante mensen die het leuk vonden om veel dingen gemeenschappelijk te doen. Uit de reacties op de reis blijkt dat zij met veel plezier terugkijken op een mooie reis. Ondanks de onduidelijkheden in de taakverdeling van de reisleiding. Gelukkig werd ik – geloof ik – nog wel een aardige man gevonden. En werden de gesprekken wederzijds gewaardeerd.
Albanië en Noord-Macedonië
Veel kennissen reageren geschrokken op het reisdoel Albanië. De vraag wat je daar moest in zo’n Maffia-land. Er rijden veel (oude en nieuwe) Mercedessen rond, werd mij verteld. Ik zie dat als autoloze niet. Maar Albanië kwam mij heel vreedzaam voor en ik heb alleen vriendelijke mensen ontmoet. Het oogde ook moderner voor dan ik had verwacht. Is bezig met een inhaalspurt, die ik – vrij naar de Wet van de remmende voorsprong van Jan Romein, de versnellende achterstand noem. Is een toeristische hotspot, zeker sinds Lonely Planet Albanië voor 2011 op nummer één van haar top tien van te bezoeken landen plaatste. De kust, die ik niet gezien heb, zou nog onaangetast zijn. De oudere stadjes zijn door de eeuwen heen ook behoorlijk bewaard gebleven. Maar bij de mooiste plekken is er al wel sprake van Valkenburgerisering. Zie de toeristenwinkels in een oude bazaar en de straatjes met restaurantjes.
In tegenstelling tot Macedonië, voelde ik ook weinig etnische en religieuze spanningen. Meer dan de helft van de bevolking is Islamitisch, maar de religie maakt in het etnisch homogene land weinig onderscheid. In Shkodër stonden een grote Moskee, een Orthodoxe kathedraal en een Rooms-katholieke kerk op steenworp afstand.
De Albanezen vormen met 86% de meerderheid van de bevolking. Grieken zijn met nog geen procent de grootste minderheid. Er leven nog veel andere kleine gemeenschappen (Vlachen, Montenegrijnen, Macedoniërs, Bulgaren, Serviërs en Bosniaks). Van 15% is de etniciteit onbekend. Daarvan zal een groot deel Roma zijn. In alle Balkanlanden geven de volkstellingen het aantal Roma te laag aan.
Macedonië is etnisch en religieus sterker verdeeld. Twee-derde is Macedoniër en Orthodox. De Albanezen vormen een kwart van de bevolking. Mede dankzij de Turkse en Roma-minderheden is in totaal een-derde van de bevolking Islamiet. Na een korte gewapende Albanese opstand in de Kosovo-periode werd in 2001 het Akkoord van Ohrid getekend. Daarin zijn quotum-bepalingen opgenomen over de vertegenwoordiging van de Albanese (in praktijk Islamitische minderheid) in functies in overheids- en maatschappelijke instellingen. Daardoor voelen veel Macedoniërs zich weer achtergesteld. Een bekend effect bij quotering.
Het viel me ook weer op hoe laatdunkend Slaven zich uitlaten over Albaniërs.
Kort na het akkoord van Ohrid heb ik deelgenomen, op verzoek van de Nederlandse NAVO-ambassadeur, aan een fact-finding missie naar het democratische gehalte en de acceptatie van de multi-etnische samenleving van en door de Albanese partij. Conclusie: bedoelingen zijn wel oprecht, maar niet vrij van risico’s en spanningen.
Over die missie heb ik wel een avond met mijn Macedonische collega Klime moeten praten. Want daar had hij wel wat bedenkingen bij.
Wij bezochten een orthodox klooster. Fotograferen was verboden, maar dat moet tegen mij niet gezegd worden. Later zag dat de monniken elkaar ook lachend fotografeerden. Een kaarsje voor mijn schoonzuster die tijdens de reis afscheid nam van het leven.
De reis zelf
Het landschap in beide landen is hetzelfde. Veel meren in een bergachtige omgeving. Vaak ongerept, maar ik vond het nergens opzienbarend. Nu word je als wereldfietser ook wel een beetje blasé, omdat al zo vaak op plekken bent geweest waar anderen niet snel komen. Als je door de Schlucht in de Hinter-Rhein hebt gefietst, moeten nieuwe plekken wel opzienbarend zijn om indruk te maken.
Verder ben ik ook niet zo’n liefhebber van kasteelruïnes, opgravingen, kerken en kloosters. Die lijken voor mij al snel op elkaar. Liever dan achter de hotspots uit de reisgidsen te lopen, ga ik graag op zoek naar het dagelijkse leven van de gewone mensen.
Toch heb ik wel genoten van de wandelingen, ’s ochtends in alle vroegte, door de slaapplaatsen. Vooral Krujë, Berat (Ottomaanse huizen) en Gjirokastër. Het ochtendlicht in die laatste plaats leverde – vind ik – mooie plaatjes op.
Liep een aantal keren al om zes uur buiten. Omdat ik kort sliep en omdat ik vanwege de zorg voor de mindervalide deelnemers de rondleidingen niet kon meemaken.
De bezochte plaatsen in Macedonië kende ik al van eerdere reizen. Ohrid blijft een hele prettige verblijfplaats. Waar ik weer genoten heb van lokale gerechten. De Shopska (sla van blokjes tomaat, komkommer, gemengde koeien- en schapenkaas afgemaakt met een olijf) [https://www.wereldkeukenrecepten.nl/recepten/bulgaarse-shopska-salade] en de boeren ovenschotels. In hele Balkan, Griekenland en Turkije eet je uit eenzelfde soort keuken. Voor de echt lokale gerechten moet je toch even zoeken op de menukaart.
En ik kon op meer plaatsen foto’s maken van bijzondere ‘fietsen’. En ben op een vrije dag nog even net over de Griekse grens en terug gefietst. Het vinden van een huurfiets was een beleving op zichzelf. Bij de enige fietswinkel werd er gebeld en daarna lang gewacht. Totdat de dochter haar boodschappenfiets bracht en de zoon, nog wat later, met een mountainbike terugkwam van een zakelijke bespreking. Zonder verder gedoe mochten we vertrekken. En pas na afloop moest ik wat huur betalen.
Samenvattend, het was een inspannende reis, waarin ik mezelf tegenkwam. Maar ook mensen ontmoette die ik anders nooit ontmoet had en gesprekken voerde die ik anders nooit gevoerd zou hebben. Over ervaringen, opvattingen, levenslopen en geloof. En ik hou er weer een paar vrienden op Facebook aan over. Buiten je eigen bubbel mensen ontmoeten is verrijkend.
En de les die ik heb geleerd. Ik moet er voortaan vooraf van verzekerd zijn dat mijn rol duidelijk is. En het anders niet doen.
Neemt aan de andere kant niet weg dat ik graag nog een keer met Klime en Tomi zou willen samenwerken tijdens een reis.
En terug in Nederland? Op halte van lijn 11 voelde ik me opeens in een andere wereld. Dezelfde avond Bami Rames en de volgende morgen haring om me weer thuis te voelen. En nog dagen lang moe gebleven van slaapgebrek en belevenissen.